FacultEIt bouwkunde Tu Delft

Zelfs een Very Early Dutch Design blijft als Classic een voorbeeld van inventiviteit en creativiteit. 

Na twintig jaar is het Grote Prototype van het Maison d’ Artiste weer terug bij Bouwkunde TU Delft waar het werd ontwikkeld en gebouwd door studenten in 2003, ditmaal om het enthousiasme voor ingenieursontwerpen te stimuleren. 

In 2022 heeft Mick Eekhout als emeritus hoogleraar (en voorzitter van de Stichting Maison d’ Artiste Prototype) de plattegronden gereconstrueerd en ontwikkeld, daarna de isometrieën als op elkaar gestapelde verdiepingen met hun interne ruimtelijkheid bepaald. Vervolgens is daar een hightech aanpak voor ontworpen: de hoofddraagconstructie werd innovatief naar de laatste ervaringen realizabel gedacht in stalen kokers en sandwichpanelen voor vloeren en wanden in carbonfiber versterkte epoxy en dragend gelamineerd glas. Het werd een dragende carrosserie. Daarmee is het ontwerp na 100 jaar eindelijk digitaal realizabel geworden. De auteursrechthouder EFL Stichting wil echter de status van mythe handhaven. Maar in principe is het bouwbaar.

De tentoonstelling omvatte vier schaalmodellen 1 op 50 (40 cm), geplaatst in de Zuidserre. Het Grote Prototype (1 op 5 , groot 4 x 4 x 4 m) stond buiten voor het plein aan de Julianalaan in het zicht van het faculteitsgebouw. Er waren een tiental wandposters met daarop de tekeningen, isometrieën en foto’s van het Maison d’ Artiste als inspiratie voor ontwerpende studenten. 

Ook de effecten van dit ontwerp op de internationale architectuur worden getoond.

De volledige tentoonstelling stond van 17 maart tot 17 april. het grote Prototype stond tot 8 juli. Op 6 april 2023 werd een discussiemiddag gehouden over het belang van deze ‘100 Jaar Mythe Maison d’Artiste’ en de inspiratie voor studenten, met visies van bekende en vooraanstaande architecten. De lezingenmiddag werd gemodereerd door prof. Thijs Asselbergs. Lezingen van Herman Hertzberger, Mick Eekhout en Uta Pottgiesser.

Voor studenten was de boodschap om hun ontwerpen te dromen en in de richting van realiteit te ontwikkelen, rekening houdend met mogelijke en onwaarschijnlijke innovaties, die vervolgens serieus uitgewerkt moeten worden tot een digitale werkelijkheid. Ontwerpen, ontwikkelen en onderzoeken lopen vaak door elkaar. Daarmee belanden we in de wereld tussen droom en daad.